Zoals beloofd nog een recept uit de Indische keuken. Een absolute favoriet van ons is sambal goreng mais. Omdat het lekker is en daarbij ook snel te maken. Het is een recept van Beb Vuyk, uit haar populaire Groot Indonesisch Kookboek dat al in 1973 verschenen is.
Mais en Indonesië?
Voor ik dit maisgerecht voor het eerst maakte associeerde ik mais niet met Indonesië. Ik kende wel de Indische maiskoekjes (frikadel djagoeng / perkadel djagoeng) maar ik had niet de indruk dat mais een lokaal veelgebruikt laat staan gekweekt product was. Dat was een misvatting want Indonesië blijkt tot de top 10 mais-producenten ter wereld te behoren. Mais is een graanproduct en wordt behalve voor menselijke consumptie ook gebruikt als veevoer, voor de productie van bio-ethanol en bijvoorbeeld glucosestroop en maiszetmeel.
Meer informatie over mais vind je op de website van het Voedingscentrum.
Sambal goreng mais – tips
Wij eten het bijgerecht in combinatie met bijvoorbeeld ajam ketjap (is met kip), babi ketjap (is met varkensvlees), rendang (is met rundvlees) of sambal goreng telor (is met eieren) of als onderdeel van een (kleine) rijsttafel. De hoeveelheid is voldoende als groente voor 2 personen. Natuurlijk kun je er extra komkommerstukjes of een andere groente bij doen zoals op de foto.
Als onderdeel van een rijsttafel is sambal goreng mais met verschillende andere groentegerechten zoals sambal goreng boontjes en een sajoer zoals sajoer lodeh te serveren.
Sambal terasi, ook wel sambal trassi of sambal trassie genoemd, bevat garnalen. Als je het gerecht vegetarisch of vegan wilt maken kun je de sambal terasi vervangen door sambal oelek.
Dit recept is met mais uit blik omdat ik het altijd zo maak. Maar je kunt het ook met verse maiskolven maken. Daarover staat meer in de Tips van de kok.
En, zoals bij veel Indische gerechten, is sambal goreng mais een dag na het maken nog lekkerder. Bewaar het gerecht gekoeld in de koelkast voor maximaal 3 dagen.
Sambal goreng mais
Lees ook de Tips van de kok, aangeduid met **
Benodigdheden
- vijzel
Ingrediënten
- 285 gr mais uit blik - (285 gr = 1 blikje, uitgelekt), **
- 75 gr ui - gesnipperd, (75 gram = 1 kleine ui), **
- 1 teentje knoflook
- 1 tl sambal terasi (= sambal trassie = sambal trassi) - **
- 1 tl gemalen laos
- 1 tl goela djawa (= palmsuiker = Javaanse suiker)
- zout
- 1 stengel citroengras (= serehstengel) - (1 stengel = 1 tl fijngesneden sereh uit potje), **
- 1 blaadje salam (= daun salam = Indische laurier) - **
- 25 gr santen van een blok - **, in stukjes gesneden
- zonnebloem- of arachideolie
Instructies
Voorbereiden
- Laat de mais uit blik in een zeef uitlekken.285 gr mais uit blik
- Snipper de ui.75 gr ui
- Pers de knoflook in de knijper of snijd de knoflook heel fijn.1 teentje knoflook
- Wrijf de ui, knoflook, sambal en laos met de suiker en het zout tot een brij in de vijzel. Als je geen sambal terasi maar losse terasi gebruikt dan kan dat ook toegevoegd worden.75 gr ui, 1 teentje knoflook, 1 tl sambal terasi (= sambal trassie = sambal trassi), 1 tl gemalen laos, zout, 1 tl goela djawa (= palmsuiker = Javaanse suiker)
- Als je een verse spriet sereh gebruikt: kneus de spriet door deze een keer plat te slaan/drukken.1 stengel citroengras (= serehstengel)
- Zorg dat je de benodigde hoeveelheid santen van het blok snijdt of schaaft. Je wilt de santen in kleine stukjes toevoegen omdat die sneller oplossen.25 gr santen van een blok
Bereiden
- Fruit het samengewreven mengsel in een beetje olie tot de ui geel is. Voeg daarna de maiskorrels toe en fruit ze mee.zonnebloem- of arachideolie
- Doe er vervolgens het de stukjes santen, de sereh en het salamblad bij. Als de massa erg droog is ook een scheutje water.1 stengel citroengras (= serehstengel), 1 blaadje salam (= daun salam = Indische laurier), 25 gr santen van een blok
- Laat het gerecht stoven totdat de olie uit de santen komt, ongeveer 5 à 6 minuten.
- Verwijder voor het opdienen de sereh (als je een verse spriet sereh gebruikt hebt) en het salamblad.
Serveren
- Lekker met bijvoorbeeld een kip, vlees of eigerecht en rijst of bami als hoofdmaaltijd. Of als onderdeel van een rijsttafel.
Tips van de kok
- Bron. Dit is het recept voor sambal goreng djagoeng [mais] uit Het Groot Indonesisch Kookboek van Beb Vuyk.
- Vijzel. Een vijzel is gemakkelijk om de ui, knoflook en andere smaakmakers te mengen en te kneuzen zodat de smaken goed mengen. Heb je geen vijzel, meng de ingrediënten dan in de pan.
- Verse mais. Als je verse maiskolven gebruikt (6 halfrijpe maiskolven = 1 blikje mais volgens het recept van Beb Vuyk) dan mogen de kolven niet te oud zijn. Je snijdt de korrels met een scherp mes van de kolf af en laat verse mais iets langer doorkoken dan mais uit blik.
- Ui. Neem voor 2 personen een kleine ui. In mijn geval was die gesnipperd 75 gram. Beb Vuyk gebruikt maar 3 eetlepels ui op 1 blikje mais. Het luistert niet zo nauw maar een grote ui van 150 gram lijkt me te veel van het goede. Ik heb de hoeveelheid ui in grammen aangegeven omdat dat gemakkelijker is als je grotere hoeveelheden van het gerecht wilt maken.
- Sereh. Als je geen verse stengels sereh hebt, kun je ook sereh uit een potje gebruiken: 1 stengel verse sereh = 1 tl gehakte sereh uit een potje.
- Sambal terasi. Als je geen sambal terasi hebt dan kun je dit vervangen door sambal oelek met een heel klein beetje garnalenpasta (de terasi /trassi /trassie).
- Vegetarisch of veganistisch. Wil je het gerecht vega of vegan maken dan is het geen probleem om de sambal terasi te vervangen door een gelijke hoeveelheid sambal oelek.
- Santen. De kokoscrème in blokvorm is bij veel supermarkten en toko’s te koop in doosjes van 200 gram.
- Salem blaadjes. Deze Indonesische laurier kun je kopen bij de toko. Je kunt de blaadjes gemakkelijk invriezen en toevoegen als nodig. Heb je het niet in huis dan kun je gewone laurier gebruiken of het weg laten.
- Invriezen. Ik heb dit gerecht al vaak ingevroren.
